Inhoud
Scilent (bijvoeglijk naamwoord)
verouderde vorm van stil
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Vrij van geluid of lawaai; absoluut nog; volkomen stil.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Niet spreken; zin om te praten; sprakeloos; dempen; zwijgzaam; niet spraakzaam; niet spraakzaam.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
In rust blijven; inactief; kalmte; ongestoord.
"De wind zwijgt."
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Niet uitgesproken; geen geluid hebben; rusttoestand.
"De e is stil in de mythe."
"Stille letters kunnen sommige woorden moeilijk te spellen maken."
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Geen effect hebben; niet in werking; inefficiënt.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Met het geluid uitgeschakeld; meestal op stil of in stille modus.
"Mijn telefoon was stil."
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Zonder audiomogelijkheden.
"De Magnavox Odyssey was een stille console."
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Verborgen, ongezien.
"een stille kiezer; een stille partner"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Van een bewerking of wijziging in een, niet expliciet erkend.
"stille herzieningen; een stille beloning"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Dit impliceert geen significante modificaties die een peptidesequentie zouden beïnvloeden.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Niet gediagnosticeerd of niet gedetecteerd vanwege een afwezigheid van symptomen.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Gedistilleerd: zonder smaak of geur.
Silent (zelfstandig naamwoord)
Dat wat zwijgt; een tijd van stilte.
Silent (zelfstandig naamwoord)
Een stille film
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Vrij van geluid of lawaai; absoluut nog; volkomen stil.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Niet spreken; zin om te praten; sprakeloos; dempen; zwijgzaam; niet spraakzaam; niet spraakzaam.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
In rust blijven; inactief; kalmte; ongestoord; want de wind zwijgt.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Niet uitgesproken; geen geluid hebben; Quiescent; zoals, e zwijgt in "fabel".
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
Geen effect hebben; niet in werking; inefficiënt.
Silent (zelfstandig naamwoord)
Dat wat zwijgt; een tijd van stilte.
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
gekenmerkt door afwezigheid van geluid;
"een stil huis"
"geluidloze voetstappen op het gras"
"de nacht was nog steeds"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
nalaten te spreken of te communiceren enz. wanneer dit wordt verwacht;
"de getuige bleef zwijgen"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
aangegeven door noodzakelijke connotatie, hoewel niet rechtstreeks uitgedrukt;
"gaf stille toestemming"
"een stilzwijgende overeenkomst"
"de begrepen voorwaarden van een bewaarovereenkomst"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
niet gemaakt om te klinken;
"de stille` h aan het begin van `eer"
"in het Frans zijn bepaalde letters vaak niet gegrond"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
met een frequentie onder of boven het bereik van menselijke hoorbaarheid;
"een stille hondenfluit"
Silent (bijvoeglijk naamwoord)
niet in staat om te spreken vanwege erfelijke doofheid