Inhoud
Pent (zelfstandig naamwoord)
opsluiting; verborgenheid
Pent (bijvoeglijk naamwoord)
Opgesloten in een pen, opgesloten.
Pent (werkwoord)
onvoltooid verleden tijd en voltooid deelwoord van pen; lang = nl
Pant (zelfstandig naamwoord)
Een snelle ademhaling; een ademhaling; een zucht.
Pant (zelfstandig naamwoord)
Een gewelddadige hartkloppingen.
Pant (zelfstandig naamwoord)
Een broek broek of onderbroek.
Pant (zelfstandig naamwoord)
Van of met betrekking tot broeken.
"Broekspijp"
Pant (zelfstandig naamwoord)
een openbare drinkfontein in Schotland en Noordoost-Engeland
Pant (werkwoord)
Om snel of op een moeizame manier te ademen, zoals na inspanning of uit gretigheid of opwinding; om te ademen met de borst op te heffen; hijgen.
Pant (werkwoord)
Te lang verlangen; ernstig verlangen.
Pant (werkwoord)
Verlangen naar (iets); enthousiast zijn voor (iets).
Pant (werkwoord)
Van het hart, om te slaan met onnatuurlijk geweld of snelheid; hartkloppingen.
Pant (werkwoord)
Zuchten; fladderen; wegkwijnen.
Pant (werkwoord)
Op te heffen, zoals de borst.
Pant (werkwoord)
Achtereenvolgens uitpuilen en krimpen, van ijzeren rompen, enz.
luifel
Penned of zwijg; beperkt; - vaak met omhoog.
Pant (werkwoord)
Om snel of op een moeizame manier te ademen, zoals na inspanning of uit gretigheid of opwinding; om te ademen met de borst op te heffen; hijgen.
Pant (werkwoord)
Te lang verlangen; ernstig verlangen; - vaak gebruikt voor of na.
Pant (werkwoord)
Om te slaan met onnatuurlijk geweld of snelheid; kloppen of kloppen; - zei van het hart.
Pant (werkwoord)
Zuchten; fladderen; wegkwijnen.
Hijgen
Om snel of op een moeizame manier te ademen; naar adem snakken.
Hijgen
Verlangen naar; ernaar uitzien.
Pant (zelfstandig naamwoord)
Een snelle ademhaling; een ademhaling; een zucht.
Pant (zelfstandig naamwoord)
Een gewelddadige hartkloppingen.
Pant (zelfstandig naamwoord)
Een enkel been van een broek. Zie broek.
Pant (bijvoeglijk naamwoord)
Van of behorend tot een broek.
Pent (bijvoeglijk naamwoord)
nauw begrensd
Pant (zelfstandig naamwoord)
het geluid van een korte stoomwolk (vanaf een motor)
Pant (zelfstandig naamwoord)
een korte, moeizame inademing met de mond open;
"ze hapte naar adem en viel flauw"
Pant (werkwoord)
adem luidruchtig, alsof je uitgeput bent;
"De lopers bereikten de finishlijn, zwaar hijgend"
Pant (werkwoord)
uiten terwijl hijgend, alsof hij buiten adem is