Inhoud
-
Trouw
Trouw is de kwaliteit van trouw of loyaliteit. De oorspronkelijke betekenis ervan betekende plicht in bredere zin dan het verwante concept van trouw. Beide zijn afgeleid van het Latijnse woord fidēlis, wat 'trouw of loyaal' betekent. Op de financiële markten van City of London wordt het traditioneel gebruikt in de zin van het motto "Mijn woord is mijn band".
Fortitude (zelfstandig naamwoord)
Mentale of emotionele kracht die moed mogelijk maakt in geval van tegenspoed.
Fortitude (zelfstandig naamwoord)
Fysieke kracht.
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
Trouw aan zijn plichten.
"de trouw van de ambtenaren"
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
Loyaliteit jegens echtgenoot of partner, inclusief onthouding van buitenechtelijke affaires.
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
Nauwkeurigheid, of exacte overeenstemming met een bepaalde kwaliteit of feit.
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
De mate waarin een systeem een invoer nauwkeurig reproduceert.
Fortitude (zelfstandig naamwoord)
Macht om aanval te weerstaan; sterkte; stevigheid.
Fortitude (zelfstandig naamwoord)
Die kracht of vastberadenheid die iemand in staat stelt gevaar te ervaren met koelte en moed, of om pijn of tegenspoed te verdragen zonder gemurmel, depressie of moedeloosheid; passieve moed; vastberaden uithoudingsvermogen; stevigheid in het confronteren of verdragen van gevaar of blijvende problemen.
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
Trouw; naleving van het recht; zorgvuldige en precieze naleving van plichten of nakoming van verplichtingen.
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
Naleving van het huwelijkscontract.
Fortitude (zelfstandig naamwoord)
geesteskracht die iemand in staat stelt tegenspoed met moed te doorstaan
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
nauwkeurigheid waarmee een elektronisch systeem het geluid of beeld van zijn ingangssignaal reproduceert
Fidelity (zelfstandig naamwoord)
de kwaliteit van trouw zijn