Inhoud
Dangleberry (zelfstandig naamwoord)
Een ericaceous bloeiende plant in het geslacht Gaylussacia.
Dangleberry (zelfstandig naamwoord)
De donkerblauwe eetbare bes met witte bloei.
Dingleberry (zelfstandig naamwoord)
Vaccinium erythrocarpum, de zuidelijke cranberry van de berg."Dingleberry n" vermeld in de Dictionary of American Regional English van Frederic Gomes Cassidy en Joan Houston Hall (1985;; 0674205111, 9780674205116)
Dingleberry (zelfstandig naamwoord)
Een dom of dwaas persoon.Ayto, John & Simpson, John (2010). "Dingleberry," In Oxford Dictionary of Modern Slang, Oxford, VK: Oxford University Press, zie. Ontvangen 18 november 2016.
Dingleberry (zelfstandig naamwoord)
Dingleberry (zelfstandig naamwoord)
Eventuele resterende onregelmatigheden na verwerking
Dingleberry (zelfstandig naamwoord)
een dwaas of onbekwaam persoon.
Dingleberry (zelfstandig naamwoord)
een deeltje uitwerpselen aan het anale haar van een dier.
Dangleberry (zelfstandig naamwoord)
Een donkerblauwe, eetbare bes met een witte bloei, en zijn struik (Gaylussacia frondosa) nauw verwant aan de gewone bosbessen. De struik wordt ook blauwe wirwar genoemd en wordt gevonden van New England tot Kentucky en zuidwaarts.
Dangleberry (zelfstandig naamwoord)
Huckleberry van de oostelijke Verenigde Staten met roze bloemen en zoet blauw fruit