Inhoud
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Inclusief alle huidige en eerdere gegevens tot heden of op het moment van meten of sorteren
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Dat wordt gevormd door een opeenstapeling van opeenvolgende toevoegingen
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Dat heeft de neiging zich op te hopen
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Prioriteitsrechten hebben om een dividend te ontvangen dat wordt opgebouwd tot het wordt uitbetaald
Accumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Gekenmerkt door accumulatie; dienen om te verzamelen of verzamelen
Accumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
De neiging hebben om te vergaren; hebzuchtig.
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
toename of toename in hoeveelheid, graad of kracht door opeenvolgende toevoegingen
"het cumulatieve effect van twee jaar droogte"
Accumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
verzamelen of groeien door geleidelijke toenames
"de accumulatieve effecten van vervuiling"
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Samengesteld uit delen op een hoop; vormen van een massa; geaggregeerd.
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Vergroten, verkrijgen of kracht geven door opeenvolgende toevoegingen; als een cumulatief argument, i. e., iemand wiens kracht toeneemt naarmate de verklaring vordert.
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
De neiging om hetzelfde punt te bewijzen als waarop ander bewijs is aangeboden; - gezegd van bewijs.
Accumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
Gekenmerkt door accumulatie; dienen om te verzamelen of verzamelen; cumulatief; extra.
Cumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
toenemend door opeenvolgende toevoeging;
"de voordelen zijn cumulatief"
"het uiteindelijke accumulatieve effect van deze stoffen"
Accumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
toenemend door opeenvolgende toevoeging;
"de voordelen zijn cumulatief"
"het uiteindelijke accumulatieve effect van deze stoffen"
Accumulatief (bijvoeglijk naamwoord)
gekenmerkt door het verwerven of vergaren;
"we leven in een accumulatieve samenleving"