Inhoud
Varient (zelfstandig naamwoord)
spelfout van variant
Variant (bijvoeglijk naamwoord)
Variatie tonen, divers.
Variant (bijvoeglijk naamwoord)
Afwijking of onenigheid tonen.
Variant (bijvoeglijk naamwoord)
Variabel.
Variant (zelfstandig naamwoord)
Iets dat enigszins afwijkt van een type of norm.
"Alle hondenrassen zijn varianten van de soort" Canis lupus familiaris "."
"Het woord" kerosine "is een variant van" kerosine "."
Variant (zelfstandig naamwoord)
Een andere sequentie van een gen (locus).
Variant (zelfstandig naamwoord)
Een variabele die verschillende niet-gerelateerde gegevenstypen kan bevatten.
Variant (zelfstandig naamwoord)
Een van een reeks woorden of andere taalvormen die dezelfde betekenis hebben of dezelfde functie hebben.
Variant (bijvoeglijk naamwoord)
Variërend in vorm, karakter of dergelijke; variable; verschillend; verschillend.
Variant (bijvoeglijk naamwoord)
veranderlijk; veranderen; wispelturig.
Variant (zelfstandig naamwoord)
Iets dat qua vorm verschilt van iets anders, hoewel echt hetzelfde; als een variant van een type in de natuurgeschiedenis; een variant van een verhaal of een woord.
Variant (zelfstandig naamwoord)
een gebeurtenis die afwijkt van verwachtingen
Variant (zelfstandig naamwoord)
(biologie) een groep organismen binnen een soort die op triviale wijze verschillen van vergelijkbare groepen;
"een nieuwe soort micro-organismen"
Variant (zelfstandig naamwoord)
een variabele hoeveelheid die willekeurig is
Variant (zelfstandig naamwoord)
iets een beetje anders dan andere van hetzelfde type;
"een experimentele versie van de nachtjager"
"een amarilwiel is een moderne variant van de slijpsteen"
"de jongen is een jongere editie van zijn vader"
Variant (bijvoeglijk naamwoord)
afwijkend van een norm of norm;
"een variant spelling"