Inhoud
Survivour (zelfstandig naamwoord)
verouderde spelling van overlevende
Survivor (zelfstandig naamwoord)
Iemand die overleeft; iemand die door rampen of ontberingen heen gaat.
Survivor (zelfstandig naamwoord)
Een persoon die in staat is ontberingen te doorstaan.
Survivor (zelfstandig naamwoord)
Iemand die een specifieke overledene kende.
"Ze kwam uit een groot gezin en had veel vrienden, dus de begrafenis was vol rouwende overlevenden."
Survivor (zelfstandig naamwoord)
een persoon die overleeft, vooral een persoon die in leven blijft na een gebeurtenis waarbij anderen zijn gestorven
"hij was de enige overlevende van het bloedbad"
Survivor (zelfstandig naamwoord)
de rest van een groep mensen of dingen
"een overlevende van het team van vorig jaar"
Survivor (zelfstandig naamwoord)
een persoon die goed met moeilijkheden in zijn leven omgaat
"zij is een geboren overlevende"
Survivor (zelfstandig naamwoord)
een mede-huurder die recht heeft op het gehele landgoed bij de dood van de anderen.
Survivor (zelfstandig naamwoord)
Iemand die een andere persoon of elk moment, gebeurtenis of ding overleeft of overleeft.
Survivor (zelfstandig naamwoord)
De langere lever van twee gezamenlijke huurders, of twee personen die ergens in geïnteresseerd zijn.
Survivor (zelfstandig naamwoord)
iemand die door ellende leeft;
"de overlevenden van het vuur werden naar een ziekenhuis gebracht"
Survivor (zelfstandig naamwoord)
iemand die een ander overleeft;
"hij verliet zijn boerderij aan zijn overlevenden"
Survivor (zelfstandig naamwoord)
een dier dat overleeft ondanks tegenspoed;
"alleen de sterkste dieren waren overlevenden van de koude winters"