Inhoud
-
Spiel
Internationale Spieltage SPIEL, vaak de Essen Game Fair genoemd naar de stad waar het wordt gehouden, is een jaarlijkse vierdaagse bordspelbeurs die ook open is voor het publiek in oktober (donderdag tot de volgende zondag) in het expositiecentrum Messe Essen in Essen. Met 1.021 exposanten uit 50 landen (in 2016) is SPIEL de grootste beurs ter wereld voor bordspellen. Veel nieuwe spellen worden elk jaar op de beurs uitgebracht, vooral (maar niet exclusief) bordspellen in Europese stijl. Op SPIEL worden bordspellen aangeboden die moeilijk te vinden zijn in de detailhandel omdat veel internationale en kleine exposanten hun producten presenteren. Hoewel de prijzen voor het kopen van de spellen op de beurs meestal niet aanzienlijk lager zijn dan die in de detailhandel, zijn de spellen meestal eerder beschikbaar dan in reguliere bordspelwinkels, worden promotiemateriaal geleverd (meestal extra kaarten of tokens met nog een paar spellen) mechanica, maar ook T-shirts en soortgelijke merchandise) en het is een gelegenheid waar gepassioneerde bordspelers elkaar ontmoeten en chatten met spelontwerpers, illustratoren en beroemde spelrecensenten. De beurs begon in 1983.
Spiel (zelfstandig naamwoord)
Een lange en extravagante toespraak of argument meestal bedoeld om te overtuigen.
Spiel (zelfstandig naamwoord)
Een snel excuus of verkooppraatje.
Spiel (zelfstandig naamwoord)
Een vroege vorm van rapmuziek.
Spiel (zelfstandig naamwoord)
Een spelletje curling.
Spiel (werkwoord)
Om uitgebreid te praten.
Speel (werkwoord)
Klimmen.
Speel (werkwoord)
Om lang te praten, om te bespelen.
Speel (werkwoord)
Naar meer, spelen, sporten, amusement nemen.
"Naar speel ba."
Speel (zelfstandig naamwoord)
Een verhaal; een spiel.
Speel (zelfstandig naamwoord)
Een splinter; een strook hout of metaal.
Speel (zelfstandig naamwoord)
Een spel.
"Om een goede speel te spelen."
Spiel (zelfstandig naamwoord)
een uitgebreide toespraak of verhaal, meestal een die door een verkoper wordt gebruikt
"hij levert een ademloos en moeiteloos spiel ter promotie van zijn nieuwe roman"
Spiel (werkwoord)
afdraaien; reciteren
"hij pleegde plechtig alles wat hij wist"
Spiel (werkwoord)
spreek vloeiend of uitgebreid
"de barman belt aan zijn vriendinnen"
Spiel (zelfstandig naamwoord)
plausibele glib talk (vooral handig voor een verkoper)
Spiel (werkwoord)
replay (als een melodie);
"Speel het nog eens, Sam"
"Ze speelde het derde deel heel mooi"
Spiel (werkwoord)
lang praten (over iets)