Inhoud
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
Gescheurd of versleten; onverzorgd.
"Ze woonden in een klein appartement, met wat oud, armoedig meubilair."
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
Gekleed met haveloze, veel gedragen of vuile kleding.
"De kerel arriveerde nogal armoedig na zijn reis tot nu toe."
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
Gemeen; schamele; verachtelijk.
"armoedige behandeling"
Scruffy (bijvoeglijk naamwoord)
Onordelijk uiterlijk.
"Een smerig hondje kwam op de weg aan het rennen."
Scruffy (bijvoeglijk naamwoord)
Schilferende.
Scruffy (zelfstandig naamwoord)
Een hardnekkig) dat moet worden opgelost met het soort homogene systeem waaraan de "netjes" de voorkeur geven.
Scruffy (bijvoeglijk naamwoord)
armoedig en slordig of vies
"een tiener in smerige jeans en een flodderig T-shirt"
Scruffy (bijvoeglijk naamwoord)
(van het gezicht van een man) met korte, borstelige haren als gevolg van een tijdje niet geschoren te zijn
"zijn werkgever is eraan gewend geraakt zijn gezicht elk voorjaar scruffier te zien worden"
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
Gescheurd of versleten; arm; gemeen; haveloos.
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
Gekleed met haveloze, veel gedragen of vuile kleding.
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
Gemeen; schamele; verachtelijk; als, armoedige behandeling.
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
tekenen van slijtage vertonen;
"een oude oude jas"
"armoedige meubels"
"een oud huis met vuile ramen en aftands gordijnen"
Shabby (bijvoeglijk naamwoord)
gemeen en onwaardig en verachtelijk;
"armoedige behandeling"
Scruffy (bijvoeglijk naamwoord)
armoedig en slordig;
"een golf van haveloze smerige kinderen"
"hij was vuil en louche en geurig met jenever"