![Nieuwe versus terugkerende bezoekers: wat kan ik ermee? - Een Pure Keukensessie](https://i.ytimg.com/vi/EVaZR44fdaI/hqdefault.jpg)
Inhoud
Recurrent (bijvoeglijk naamwoord)
terugkerende; gebeurt keer op keer.
"De patiënt klaagde over terugkerende pijn op de borst."
Recurrent (bijvoeglijk naamwoord)
Non-voorbijgaande aard.
Recurrent (bijvoeglijk naamwoord)
Teruglopend naar zijn oorsprong.
"een terugkerende zenuw of slagader"
Terugkerend (werkwoord)
onvoltooid deelwoord van herhalen
Terugkerend (bijvoeglijk naamwoord)
Gebeurt vaak of gebeurt vaak, met herhaling.
"Hij heeft terugkerende astma-aanvallen."
"Wraak is een terugkerend thema in deze roman."
Terugkerend (bijvoeglijk naamwoord)
Van een decimaal: een reeks cijfers die voor onbepaalde tijd wordt herhaald.
"Elk rationaal getal kan worden geschreven als een afsluitende decimaal of een terugkerend decimaal."
Terugkerend (zelfstandig naamwoord)
Een herhaling; weer een ronde.
Recurrent (bijvoeglijk naamwoord)
Van tijd tot tijd terugkeren; terugkerende; zoals terugkerende pijnen.
Recurrent (bijvoeglijk naamwoord)
Rennen terug naar zijn oorsprong; als een terugkerende zenuw of slagader.
Recurrent (bijvoeglijk naamwoord)
steeds weer terugkerend;
"meerjarige inspanningen om de vereisten vast te stellen"
Terugkerend (bijvoeglijk naamwoord)
terugkomen;
"een wraakgeest"