Inhoud
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Loodrecht op de verticaal; evenwijdig aan het vlak van de horizon; vlak, vlak.
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Betreffende horizontale markten.
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Met betrekking tot de horizon.
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Betrokken wijnen van dezelfde wijnhuizen.
Horizontaal (zelfstandig naamwoord)
Een horizontaal onderdeel van een structuur.
Horizontaal (zelfstandig naamwoord)
horizon
Horizontaal (zelfstandig naamwoord)
Een Tasmaanse struik of kleine boom waarvan de hoofdstam de neiging heeft om voorover te leunen en horizontaal te groeien, ver = 161028.
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Met betrekking tot of dichtbij de horizon.
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Parallel aan de horizon; op een niveau; als een horizontale lijn of oppervlak.
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
Gemeten of opgenomen in een vlak van de horizon; als horizontale afstand.
Horizontaal (zelfstandig naamwoord)
iets dat horizontaal is georiënteerd
Horizontaal (bijvoeglijk naamwoord)
parallel aan of in het vlak van de horizon of een basislijn;
"een horizontaal oppervlak"
"een verticale camerahoek"
"het monument bestaat uit twee verticale pilaren die een horizontale plaat ondersteunen"
"meet de loodrechte hoogte"