Inhoud
Eek (tussenwerpsel)
Vertegenwoordigt een schreeuw of geschreeuw (vooral in stripverhalen en boeken).
"Eek! Er is een muis in de badkuip!"
Eek (tussenwerpsel)
Angst of verrassing uiten (soms bespotten).
"Ik ben gisteren bijna ontslagen. Eek!"
Eek (tussenwerpsel)
Vertegenwoordigt het schrille vocale geluid van een muis, rat of aap.
Eek (werkwoord)
Om een hoge piep te produceren, zoals in angst of angst.
Eek (zelfstandig naamwoord)
Gezicht
"Hoe gaaf je eek te vada! | Wat goed je gezicht te zien!"
Eke (werkwoord)
Verhogen; toevoegen, vergroten, verlengen.
Eke (bijwoord)
ook
Eke (bijwoord)
Ook.
Eke (zelfstandig naamwoord)
Een toevoeging.
Eke (zelfstandig naamwoord)
Een zeer kleine toevoeging aan de onderkant van een bijenkorf, vaak slechts uit een paar strobollen, waarop de bijenkorf tijdelijk wordt opgeheven.
Eek (tussenwerpsel)
gebruikt om alarm, horror of verrassing uit te drukken
"het kan worden beschouwd als een beetje een nieuwigheidssingle - eek!"
Eke (werkwoord)
zorg ervoor dat een hoeveelheid of voorraad van iets langer meegaat door het zuinig te gebruiken of te consumeren
"de overblijfselen van stoofpot van gisteren konden worden uitgezet om nog een maaltijd te bereiden"
Eke (werkwoord)
slagen om met moeite de kost te verdienen
"veel handelaren hebben nauwelijks geld verdiend"
Eke (bijwoord)
archaïsche term voor ook
"spreek mij uw naam en eke uw geboorteplaats"
Eek
Zie Eke.
eke
Verhogen; toevoegen aan; vergroten; - nu algemeen gebruikt zonder, het idee dat wordt overgebracht toe te voegen aan of uit te werken door een moeizame, inferieure of karige toevoeging; zoals, om een schaars aanbod van de ene soort met een andere weg te halen.
Eke (bijwoord)
Daarnaast; ook; hetzelfde.
Eke (zelfstandig naamwoord)
Een toevoeging.