Inhoud
-
Teint
De teint bij de mens is de natuurlijke kleur, de kleur en het uiterlijk van de huid, vooral op het gezicht.
Teint (zelfstandig naamwoord)
De combinatie van humor die het fysiologische "temperament" vormt, hetzij heet of koud, en vochtig of droog.
Teint (zelfstandig naamwoord)
De kwaliteit, kleur of het uiterlijk van de huid op het gezicht.
"een ruige teint;"
"een verbrande teint"
Teint (zelfstandig naamwoord)
De uiterlijke verschijning van iets.
Teint (zelfstandig naamwoord)
Vooruitzichten, houding of standpunt.
Teint (zelfstandig naamwoord)
Een regeling.
Teint (werkwoord)
Om een kleur aan te geven.
Complection (zelfstandig naamwoord)
verouderde spelling van teint.
Teint (zelfstandig naamwoord)
de natuurlijke kleur, ure en uitstraling van de huid van een persoon, vooral van het gezicht
"een vlotte, bleke teint"
Teint (zelfstandig naamwoord)
het algemene aspect of karakter van iets
"de teint van het spel is veranderd"
"opeenvolgende regeringen van alle teint"
Teint (zelfstandig naamwoord)
De staat van complex zijn; complexiteit.
Teint (zelfstandig naamwoord)
Een combinatie; een complex.
Teint (zelfstandig naamwoord)
De lichamelijke constitutie; het temperament; gewoonte of natuurlijke aanleg; karakter; natuur.
Teint (zelfstandig naamwoord)
De kleur of tint van de huid, in het bijzonder. van het gezicht.
Teint (zelfstandig naamwoord)
Het algemene uiterlijk of aspect; zoals de teint van de hemel; de teint van het nieuws.
Teint (zelfstandig naamwoord)
de kleuring van een personengezicht
Teint (zelfstandig naamwoord)
een combinatie die resulteert uit koppelen of onderling verbinden;
"tweeklanken zijn teint van klinkers"
Teint (zelfstandig naamwoord)
een standpunt of algemene houding of neiging;
"hij veranderde de teint van zijn tijd"
"een liberale politieke teint"
Teint (zelfstandig naamwoord)
ure en uiterlijk van de huid van het gezicht
Teint (zelfstandig naamwoord)
(verouderd) een combinatie van elementen (van droogte en warmte of van de vier humoren) waarvan ooit werd aangenomen dat het de gezondheid en het temperament van een persoon bepaalde
Teint (werkwoord)
geef een bepaalde kleur aan;
"De ondergaande zon teint de heuvels"