Inhoud
-
Spleet
Chink (ook chinki, chinky, chinkie, chinka, chinkapoo of chinker) is een Engelstalige etnische smet die meestal verwijst naar een persoon van Chinese etniciteit. Het woord wordt soms ook zonder onderscheid gebruikt tegen mensen met een Oost-Aziatische uitstraling. Het gebruik van de term wordt als aanstootgevend beschouwd.
Chunk (zelfstandig naamwoord)
Een deel van iets dat gescheiden is.
"Het beeld brak in stukken."
Chunk (zelfstandig naamwoord)
Een representatief deel van een stof, vaak groot en onregelmatig.
"een brok graniet"
Chunk (zelfstandig naamwoord)
Een reeks van twee of meer woorden die in een taal met hoge frequentie voorkomen, maar niet idiomatisch zijn; een bundel of cluster.
"voorbeelden van brokken omvatten" in overeenstemming met "," de resultaten van "en" tot nu toe ""
Chunk (zelfstandig naamwoord)
Een discreet segment van een bestand, stream, enz. (Vooral een segment dat audiovisuele media vertegenwoordigt); een blok.
Chunk (zelfstandig naamwoord)
Een segment van een komiek optreden
Chunk (werkwoord)
Om in grote stukken of brokken te breken.
Chunk (werkwoord)
Om op te splitsen (taal, etc.) in conceptuele brokken van beheersbare grootte.
Chunk (werkwoord)
Gooien.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Een smalle opening zoals een spleet of scheur.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Een chip of deuk (in iets metaals).
Chink (zelfstandig naamwoord)
Een kwetsbaarheid of fout in een beveiligingssysteem of in een ander formidabel systeem.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Een licht geluid als van metalen objecten die elkaar raken; een gerinkel.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Klaar geld, vooral in de vorm van munten.
Chink (werkwoord)
Om een opening zoals de ruimte tussen logs in een blokhut te vullen met knikken; breeuwen.
"om een muur te hakken"
Chink (werkwoord)
Breken; openen.
Chink (werkwoord)
Om te openen in scheuren of kloven.
Chink (werkwoord)
Om een licht geluid te maken zoals dat van metalen voorwerpen die elkaar raken.
"De munten piepten in zijn zak."
Chink (werkwoord)
Om een scherp metaalachtig geluid te maken, zoals munten, kleine stukjes metaal, enz., Door ze met elkaar in botsing te brengen.
Chunk (zelfstandig naamwoord)
Een kort, dik stuk van alles.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Een kleine kloof, scheur of fissuur, groter dan de breedte; een opening of scheur; zoals, de kieren van een muur.
Chink (zelfstandig naamwoord)
een kinaman; een Chinees persoon; - minachtend en aanstootgevend.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Een kort, scherp geluid, als metaal geslagen met een lichte mate van geweld.
Chink (zelfstandig naamwoord)
Geld; contant geld.
Chink (werkwoord)
Breken; openen.
Chink (werkwoord)
Om een licht, scherp, metaalachtig geluid te maken, zoals door de botsing van kleine stukjes geld of andere kleine sonore lichamen.
Spleet
Om te openen in scheuren of kloven.
Spleet
Om de kieren van te vullen; zoals, om een muur te hakken.
Spleet
Om een scherp metaalachtig geluid te maken, zoals munten, kleine stukjes metaal, enz., Door ze met elkaar in botsing te brengen.
Chunk (zelfstandig naamwoord)
een compacte massa;
"een bol modder greep hem op de schouder"
Chunk (werkwoord)
zonder onderscheid samenstellen;
"alle aanvragers samenvoegen"
Chunk (werkwoord)
groep of brok samen in een bepaalde volgorde of plaats naast elkaar
Chink (zelfstandig naamwoord)
aanstootgevende voorwaarden voor een persoon van Chinese afkomst
Chink (zelfstandig naamwoord)
een smalle opening zoals b.v. tussen planken in een muur
Chink (zelfstandig naamwoord)
een kort licht metaalachtig geluid
Chink (werkwoord)
een hoog geluid maken of uitzenden;
"rinkelende klokken"
Chink (werkwoord)
vul de kieren van, zoals bij het afdichten
Chink (werkwoord)
maak scheuren of kieren in;
"De hitte controleerde de verf"