Inhoud
Abundant (bijvoeglijk naamwoord)
Volledig voldoende; gevonden in overvloedige voorraad; in grote hoeveelheid; overlopen. Eerst getuigd rond 1350 tot 1470.page = 10
Abundant (bijvoeglijk naamwoord)
Rijkelijk geleverd; rijk; bezit in grote hoeveelheid. Eerst getuigd rond 1350 tot 1470.
Abundant (bijvoeglijk naamwoord)
Een overvloedig aantal zijn, d.w.z. minder dan de som van alle delers behalve zichzelf. Voor het eerst bevestigd in het midden van 16th eeuw.
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
Vruchtbare, in overvloed voorkomende nakomelingen of fruit - toegepast op planten die fruit produceren, dieren die jong produceren, enz.
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
Evenzo resultaten produceren of in overvloed werken
Abundant (bijvoeglijk naamwoord)
Volledig voldoende; overvloedig; in overvloedige voorraad; - gevolgd door in, zelden door met.
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
De kwaliteit van genereren hebben; jong of fruit produceren; generatief; vruchtbaar; productief; - toegepast op planten die fruit produceren, dieren die jong produceren, enz .; - meestal met het impliciete idee van frequente of talrijke productie; als een productieve boom, een vrouw en dergelijke.
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
Dienen om te produceren; vruchtbaar van resultaten; actief; als een productief brein; een controverse die voortkomt uit kwaad.
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
Aantal toenemend.
Abundant (bijvoeglijk naamwoord)
in grote hoeveelheid aanwezig;
"een overvloedige toevoer van water"
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
intellectueel productief;
"een productieve schrijver"
"een vruchtbare verbeelding"
Prolific (bijvoeglijk naamwoord)
in overvloed dragen, met name nakomelingen;
"vliegende vossen zijn zeer productief"
"een vruchtbare perenboom"